Rasstandaard

TIBETAANSE TERRIER


FCI Standaard N° 209 - 5/10/2017

OORSPRONG: Tibet (China)

PATRONAGE: Verenigd Koninkrijk

PUBLICATIEDATUM VAN DE GELDIGE OFFICIËLE STANDARD: 22/08/2017

GEBRUIK: Gezelschapshond

GROEPSINDELING FCI:  
Groep 9, Gezelschapshonden
Sectie 5: Tibetaanse rassen                             
Zonder werkproef

KORTE GESCHIEDENIS VAN HET RAS:

Ondanks zijn naam is de Tibetaanse Terrier geen Terrier maar een herdershond die ook als waakhond gebruikt werd door handelaars die van en naar China reisden. Zij slaagden in deze taak niet zozeer door hun grootte maar door de eerbied die men voor hen had. Men gelooft immers dat het hier om de originele  Heilige Hond van Tibet gaat. Ze zijn levendiger dan de andere Tibetaanse rassen uit groep 9, hun energie en enthusiasme balanceert zijn geschiktheid als waakhond zoiets als een kleine Old English Sheepdog.

ALGEMEEN VOORKOMEN: robuust, middel-groot, langharig, algemeen gesproken een vierkante bouw.

BELANGRIJKE VERHOUDINGEN: lengte van schouderpunt tot basis van de staart is gelijk aan de schofthoogte.

GEDRAG EN KARAKTER: levendige, goedgezinde en trouwe gezelschaphond met veel aangename kantjes. Spontaan, alert, intelligent en speels niet fel noch vechtlustig. Zuinig met genegenheid naar vreemden.

HOOFD: goed behaard met lang haar dat naar voren valt, maar niet over de ogen zodat de hond niet ziet. Onderkaak met kleine maar niet te  grote baard. Al bij al een resolute uitstraling.

SCHEDELGEDEELTE:

SCHEDEL: medium lengte, niet breed of grof, lichtjes vernauwend van oor naar oog; niet gebombeerd noch volledig vlak tussen de oren.

STOP: Duidelijk aanwezig voor de ogen maar niet overdreven.

GEZICHTSOMGEVING:
NEUS:zwart
VOORSNUIT: sterk. De afstand van het oog tot tip van de neus is gelijk aan de afstand van het oog tot de schedelbasis.
KAAK/TANDEN: Onderkaak goed ontwikkeld Snijtanden staan in lichte boog en goed verdeeld  maar haaks op de kaak. Schaar of omgekeerde schaargebit.
KAKEN: jukbeen boog gebogen maar niet overdreven zonder bult.

OGEN: Groot, rond noch uitpuilend noch diepliggend; tamelijk wijd uit elkaar.  Donker bruin; oogranden zwart.

OREN: hangend niet te dicht bij het hoofd gedragen. V-vorm maar niet te groot tamijk hoog op de schedel geplaatst. Zwaar behaard.

NEK: sterk, gespierd, medium lengte; hoofd wordt boven de rug gedragen; dit geeft een gebalanceerde indruk. Vlot overgaand in goed geplaatste schouders.

LICHAAM: Goed gespierd, compact en krachtig
RUG: vlak
LENDEN: kort en licht gebogen
Croupe (acherdeel vd rug):vlak
Borst: Goed geribt, met diepte van de borstkast tot de elleboog. Ribben lopen tot ver naar achteren.

STAART: Medium lengte, hoog aangezet op de rug en wordt met een vrolijke krul over de rug gedragen. Goed behaard. Een knik op het uiteinde komt dikwijls voor en is toegelaten.

LEDEMATEN:

VOORHAND:
Algemeen voorkomen: Zwaar behaard
Schouders: goed geplaatst met goede lengte
Bovenarm: goede lengte en voldoende schuin
Onderarm: Poten recht en evenwijdig
Middenhand gewricht/pols: lichtjes schuinstaand
Voorvoet: groot, rond goed behaard met haar tussen de tenen en de kussentjes. Rustend op de vlakke voet geen gebogen poten, geen boog in de tenen/voet.

ACHTERHAND:
Algemeen voorkomen: Goed behaard en gespierd. Goed gebogen kniegewricht en laag geplaatste springgewrichten die zorgen voor een vlakke rug en gangwerk..
Knie: goed gebogen
Spronggewricht: laag geplaatste hak
Achtervoet: groot, rond goed behaard met haar tussen tenen en de kussentjes. Rustend op de vlakke voet, geen boog in de tenen/voet.

GANGWERK/BEWEGING:
Vlot, moeiteloze loop met goed bereik Bij het lopen of galopperen mogen de achterpoten niet tussen of buiten de voorpoten komen.

VACHT:
Haar: Dubbele vacht. Onderhaar fijn en wollig. Bovenvacht overvloedig, fijn maar niet zijdeachtig of wollig; lang recht of golvend maar niet krullend.
Kleur: Wit, gouden, crème, grijs of rookkleurig; zwart, tweekleurig of driekleurig. In feite elke kleur of kleurcombinatie met uitzondering van chocolade of merle.

GROOTTE:
Schouderhoogte: voor reuen 36-41 cm, teven iets kleiner.

FOUTEN:
Elke afwijking van de hierboven vermelde punten moet als een fout beschouwd worden en de ernst van de fout moet evenredig beoordeeld worden met het effect van de fout op de gezondheid en welzijn van de hond.

FOUTEN DIE LEIDEN TOT DISKWALIFICATIE:

-Aggressieve of te schuwe honden
-Elke hond die duidelijk fysieke of gedragsafwijkingen heeft.

NB:

- Reuen moeten twee normaal ontwikkelde, volledig in het scrotum ingedaalde testikels hebben.
- Er mag enkel gefokt worden met gezonde honden die beantwoorden aan de rasstandaard.

De laatste wijzigingen staan vetgedrukt

 

Download hier de papieren versie van de rasstandaard:

Vertaling: Nadine Vandenbroucke